Over
blaren wordt soms wat aanmatigend gedaan. Laat je niets wijsmaken door
andere scouts die menen dat zij dé oplossing hebben voor jouw blaarprobleem.
Dé gouden
tip bestaat niet; wat bij de ene hiker een succes is, hoeft niet per
se bij de ander ook goed te werken. Iedereen
heeft andere voeten en blaren kunnen heel uiteenlopende oorzaken hebben.
Blaren
zijn niet specifiek iets voor beginnende hikers.
Ook
getrainde hikers die ieder weekend meer dan 30 km wandelen kunnen er
hardnekkig last van blijven houden.
>De
oplossing moet je vooral zelf zien te vinden.
Dit
overzicht is niet meer dan een checklist die je daarbij kan helpen.
De
kans is groot dat er tips bij zitten die je van je blaren af kunnen
helpen of op z'n minst het probleem kunnen verlichten.
Preventieve
maatregelen
Het
voorkómen van blaren begint al ver voor de hike. Loop regelmatig!
Dat
is de enige manier waarop je voeten aan je schoenen kunnen wennen.
Lange
afstanden zijn niet noodzakelijk - sterker nog: spartaanse trainingsschema's
kunnen blaren zelfs bevorderen omdat je voeten niet genoeg tijd krijgen
om te herstellen.
Regelmaat
is dus belangrijker dan lange afstanden.
Zorg
voor goed passende schoenen. De voeten mogen niet te veel speelruimte
hebben.
Kies
je schoenen ook afhankelijk van het gebied; op verharde paden zijn
sportschoenen vaak prettiger dan bergschoenen. Leren schoenen ademen
beter dan kunststof (helaas voor vegetariërs), wat vooral tijdens warm
weer te merken is.
Een
ander nadeel van kunststof schoenen is dat ze niet naar je voeten gaan
staan. Koop daarom nooit kunststof schoenen als ze niet meteen perfect
zitten.
De
ervaringen met het wandelen op sandalen lopen sterk uiteen. Sandalen
bieden geen steun aan je enkels en kun je beter pas proberen als je
alle andere tips al hebt uitgeprobeerd.
Koop
dan wel echte goede sandalen die geschikt zijn voor lange-afstandswandelen.
Het beste en bekendste merk is Teva. Koop
dikke, naadloze sokken, bij voorkeur ook met een dunne nylon binnensok.
De
binnensok houdt je voeten droog, de buitenlaag absorbeert het vocht
Nylon
binnensokken voegen zich doorgaans ook beter aan de voet dan gewone
sokken, waardoor minder wrijving ontstaat en dus minder blaren.
In
sommige gevallen kunnen inlegzolen blaargevoelige plaatsen ontlasten.
Je hebt ze in soorten en maten.
Koop
inlegzolen niet op goed geluk, maar laat je adviseren in een goede
buitensportzaak. Slechte inlegzolen kunnen het probleem zelfs verergeren.
Smeer
vanaf vier weken voor een langere trektocht dagelijks je voeten in
met speciale zalfjes.
Voorbeelden:
kamferspiritus (een goede apotheek kan dit nog steeds maken), GehWohl,
GehFit (voetbalsem van Edelrid).
Hierdoor
wordt de voethuid wat stugger en minder blaargevoelig. Was je voeten
alleen met koud water en zónder zeep. Anders wordt de huid zachter.
Eelt is goed, maar een teveel kan ook weer blaren veroorzaken.
Overmatig
eelt kun je desnoods laten weghalen door een pedicure, bij het begin
van een wandeling (Metha Oldenhof te Groningen is wat dat betreft aan
te bevelen!)
Gevoelige
plaatsen kun je van te voren al afplakken met leukoplast (leukosilk
wordt door zeer veel mensen als zeer prettig ervaren)of sporttape.
Géén Second Skin of Compeed.
Let
op bij het afplakken van tenen: als er ribbels ontstaan, kunnen deze
juist weer blaren veroorzaken. Tape wil nogal eens blijven plakken
aan je sokken, maar niet als je het volgende foefje kent: wrijf wat
talkpoeder over de pleister.
Daardoor
wordt deze gladder en minder plakkerig. In plaats van afplakken kun
je je voeten behandelen met diverse poeders en zalfjes, bijvoorbeeld:
Gehwohl (voetcreme, verkrijgbaar bij drogist) vaseline of uierzalf
(de huid wordt hierdoor gladder, maar minder week, omdat het vet vocht
tegenhoudt) talkpoeder (eventueel na de middagstop herhalen) prep (een
niet-vette menthol-creme, "de ideale huidbescherming sinds 1866")
Wat
het beste voor je werkt, is een kwestie van gewoon uitproberen.
Tijdens
de middagstop: trek je schoenen en sokken even uit. Hierdoor kan overtollig
vocht verdampen. Eventueel kun je je sokken daarna verwisselen en binnenstebuiten
dragen.
Na
de wandeling: direct schoenen en sokken uit. Als er een beekje in de
buurt is, is het heerlijk om er met je voeten in te gaan staan. Het
koude water maakt de voethuid minder zacht. behandeling van blaren
Alle
bovenstaande adviezen ten spijt heb je aan het eind van de dag toch
nog blaren. Wat dan? Was je voeten.
Neem
een schone naald of een blarenprikker en prik in de zijkant van de
blaar. Eventueel kun je de naald vooraf verhitten (in de blauwe vlam,
anders krijg je roet).
Zorg
dat je alleen de bovenhuid doorprikt en niet de onderliggende huid,
anders gaat de blaar bloeden. Druk het vocht met een schone zakdoek
of steriel gaasje door het gaatje uit de blaar. Eventueel kun je nog
jodium, betadine (prikt minder dan jodium) of Sterilon aanbrengen ter
ontsmetting.
Er
zijn wandelaars die gelijk het hele vel weghalen. Dit is wel riskant
vanwege mogelijke infecties.
Plak
de blaar dakpansgewijs af met (liefst brede) leukoplast of sporttape.
Geen gewone pleisters gebruiken! Met deze laag zorg je voor een tweede
huid en gaat de blaar niet kapot.
De
Rode Kruis-methode:
prik de blaar door met naald en (katoenen!) draad. Mocht er nieuw vocht
in lopen, dan wordt dat direct via het draadje afgevoerd. Eventueel
kun je het draadje vooraf joderen. Daarna afplakken.
In
plaats van doorprikken kun je de blaar gewoon met rust laten en afplakken.
Bijvoorbeeld met Compeed, ovale pleisters die je over de blaar heen
plakt. Eenmaal goed aangebracht kun je er nog dagen of zelfs meer dan
een week mee doorlopen, totdat de blaar is verdwenen en er nieuwe huid
onder zit.
Let
wel: de meningen over Compeed zijn verdeeld. Behalve dat het vrij duur
is, blijft het gemakkelijk plakken aan de sokken. Dat laatste is echter
te verhelpen met een eenvoudige remedie: breng bovenop de Compeed-pleister
nog extra leukoplast of sporttape aan. Wie niet tevreden is over Compeed,
kan Second Skin of Comfeel eens proberen. Deze zijn veel dunner en
blijven minder plakken aan je sokken. Het principe is hetzelfde: plak
'm bovenop de blaar en laat 'm verder rustig zitten, totdat de blaar
genezen is.
Als
je een blaar voelt aankomen of er al een hebt die nog niet zo groot
is, dan kan Moerasspirea soelaas bieden.
Kneus
een blaadje van dit plantje, smeer het sap op de plek en wacht even
tot het is ingetrokken. Niet op open blaren gebruiken. Het sap van
de blaadjes zorgt ervoor dat de huid bijna meteen stugger wordt en
dus meer kan hebben. Vaak zet de blaar dan niet door of trekt sneller
weg. Moerasspirea groeit op drassig braakliggend land en bij moerassige
slootkanten. Niet bij veeweilanden; omdat het giftig is voor koeien,
wordt het daar vaak weggehaald.
Sommige
oudere scouts zweren bij Pasta la Zar. Wordt niet meer verkocht, maar
er zijn apothekers die dit nog kunnen maken. Het is een witte pasta
die je op de blaar smeert. Het vermindert de pijn tijdens het lopen
en versnelt de genezing van de blaar. |