MESlogo  
Scouting  
   RSS XML [Valid RSS]
 
 
 
 

Blaren

 

Over blaren wordt soms wat aanmatigend gedaan. Laat je niets wijsmaken door andere scouts die menen dat zij dé oplossing hebben voor jouw blaarprobleem.

Dé gouden tip bestaat niet; wat bij de ene hiker een succes is, hoeft niet per se bij de ander ook goed te werken. Iedereen heeft andere voeten en blaren kunnen heel uiteenlopende oorzaken hebben.

Blaren zijn niet specifiek iets voor beginnende hikers.

Ook getrainde hikers die ieder weekend meer dan 30 km wandelen kunnen er hardnekkig last van blijven houden.

>De oplossing moet je vooral zelf zien te vinden.

Dit overzicht is niet meer dan een checklist die je daarbij kan helpen.

De kans is groot dat er tips bij zitten die je van je blaren af kunnen helpen of op z'n minst het probleem kunnen verlichten.

Preventieve maatregelen

Het voorkómen van blaren begint al ver voor de hike. Loop regelmatig!

Dat is de enige manier waarop je voeten aan je schoenen kunnen wennen.

Lange afstanden zijn niet noodzakelijk - sterker nog: spartaanse trainingsschema's kunnen blaren zelfs bevorderen omdat je voeten niet genoeg tijd krijgen om te herstellen.

Regelmaat is dus belangrijker dan lange afstanden.

Zorg voor goed passende schoenen. De voeten mogen niet te veel speelruimte hebben.

Kies je schoenen ook afhankelijk van het gebied; op verharde paden zijn sportschoenen vaak prettiger dan bergschoenen. Leren schoenen ademen beter dan kunststof (helaas voor vegetariërs), wat vooral tijdens warm weer te merken is.

Een ander nadeel van kunststof schoenen is dat ze niet naar je voeten gaan staan. Koop daarom nooit kunststof schoenen als ze niet meteen perfect zitten.

De ervaringen met het wandelen op sandalen lopen sterk uiteen. Sandalen bieden geen steun aan je enkels en kun je beter pas proberen als je alle andere tips al hebt uitgeprobeerd.

Koop dan wel echte goede sandalen die geschikt zijn voor lange-afstandswandelen. Het beste en bekendste merk is Teva. Koop dikke, naadloze sokken, bij voorkeur ook met een dunne nylon binnensok.

De binnensok houdt je voeten droog, de buitenlaag absorbeert het vocht

Nylon binnensokken voegen zich doorgaans ook beter aan de voet dan gewone sokken, waardoor minder wrijving ontstaat en dus minder blaren.

In sommige gevallen kunnen inlegzolen blaargevoelige plaatsen ontlasten. Je hebt ze in soorten en maten.

Koop inlegzolen niet op goed geluk, maar laat je adviseren in een goede buitensportzaak. Slechte inlegzolen kunnen het probleem zelfs verergeren.

Smeer vanaf vier weken voor een langere trektocht dagelijks je voeten in met speciale zalfjes.

Voorbeelden: kamferspiritus (een goede apotheek kan dit nog steeds maken), GehWohl, GehFit (voetbalsem van Edelrid).

Hierdoor wordt de voethuid wat stugger en minder blaargevoelig. Was je voeten alleen met koud water en zónder zeep. Anders wordt de huid zachter. Eelt is goed, maar een teveel kan ook weer blaren veroorzaken.

Overmatig eelt kun je desnoods laten weghalen door een pedicure, bij het begin van een wandeling (Metha Oldenhof te Groningen is wat dat betreft aan te bevelen!)

Gevoelige plaatsen kun je van te voren al afplakken met leukoplast (leukosilk wordt door zeer veel mensen als zeer prettig ervaren)of sporttape. Géén Second Skin of Compeed.

Let op bij het afplakken van tenen: als er ribbels ontstaan, kunnen deze juist weer blaren veroorzaken. Tape wil nogal eens blijven plakken aan je sokken, maar niet als je het volgende foefje kent: wrijf wat talkpoeder over de pleister.

Daardoor wordt deze gladder en minder plakkerig. In plaats van afplakken kun je je voeten behandelen met diverse poeders en zalfjes, bijvoorbeeld: Gehwohl (voetcreme, verkrijgbaar bij drogist) vaseline of uierzalf (de huid wordt hierdoor gladder, maar minder week, omdat het vet vocht tegenhoudt) talkpoeder (eventueel na de middagstop herhalen) prep (een niet-vette menthol-creme, "de ideale huidbescherming sinds 1866")

Wat het beste voor je werkt, is een kwestie van gewoon uitproberen.

Tijdens de middagstop: trek je schoenen en sokken even uit. Hierdoor kan overtollig vocht verdampen. Eventueel kun je je sokken daarna verwisselen en binnenstebuiten dragen.

Na de wandeling: direct schoenen en sokken uit. Als er een beekje in de buurt is, is het heerlijk om er met je voeten in te gaan staan. Het koude water maakt de voethuid minder zacht. behandeling van blaren

Alle bovenstaande adviezen ten spijt heb je aan het eind van de dag toch nog blaren. Wat dan? Was je voeten.

Neem een schone naald of een blarenprikker en prik in de zijkant van de blaar. Eventueel kun je de naald vooraf verhitten (in de blauwe vlam, anders krijg je roet).

Zorg dat je alleen de bovenhuid doorprikt en niet de onderliggende huid, anders gaat de blaar bloeden. Druk het vocht met een schone zakdoek of steriel gaasje door het gaatje uit de blaar. Eventueel kun je nog jodium, betadine (prikt minder dan jodium) of Sterilon aanbrengen ter ontsmetting.

Er zijn wandelaars die gelijk het hele vel weghalen. Dit is wel riskant vanwege mogelijke infecties.

Plak de blaar dakpansgewijs af met (liefst brede) leukoplast of sporttape. Geen gewone pleisters gebruiken! Met deze laag zorg je voor een tweede huid en gaat de blaar niet kapot.

De Rode Kruis-methode: prik de blaar door met naald en (katoenen!) draad. Mocht er nieuw vocht in lopen, dan wordt dat direct via het draadje afgevoerd. Eventueel kun je het draadje vooraf joderen. Daarna afplakken.

In plaats van doorprikken kun je de blaar gewoon met rust laten en afplakken. Bijvoorbeeld met Compeed, ovale pleisters die je over de blaar heen plakt. Eenmaal goed aangebracht kun je er nog dagen of zelfs meer dan een week mee doorlopen, totdat de blaar is verdwenen en er nieuwe huid onder zit.

Let wel: de meningen over Compeed zijn verdeeld. Behalve dat het vrij duur is, blijft het gemakkelijk plakken aan de sokken. Dat laatste is echter te verhelpen met een eenvoudige remedie: breng bovenop de Compeed-pleister nog extra leukoplast of sporttape aan. Wie niet tevreden is over Compeed, kan Second Skin of Comfeel eens proberen. Deze zijn veel dunner en blijven minder plakken aan je sokken. Het principe is hetzelfde: plak 'm bovenop de blaar en laat 'm verder rustig zitten, totdat de blaar genezen is.

Als je een blaar voelt aankomen of er al een hebt die nog niet zo groot is, dan kan Moerasspirea soelaas bieden.

moerasspirea

Kneus een blaadje van dit plantje, smeer het sap op de plek en wacht even tot het is ingetrokken. Niet op open blaren gebruiken. Het sap van de blaadjes zorgt ervoor dat de huid bijna meteen stugger wordt en dus meer kan hebben. Vaak zet de blaar dan niet door of trekt sneller weg. Moerasspirea groeit op drassig braakliggend land en bij moerassige slootkanten. Niet bij veeweilanden; omdat het giftig is voor koeien, wordt het daar vaak weggehaald.

Sommige oudere scouts zweren bij Pasta la Zar. Wordt niet meer verkocht, maar er zijn apothekers die dit nog kunnen maken. Het is een witte pasta die je op de blaar smeert. Het vermindert de pijn tijdens het lopen en versnelt de genezing van de blaar.

<

Wat zijn blaren?
Een blaar is een huidletsel. Het is een ophoping van vocht (plasma) tussen de opperhuid en de lederhuid waardoor we een blaas op de huid zien.

Een branderige rode huid is het eerste voorteken.
Blaren ontstaan bij sportbeoefening meestal door langdurige of hevige wrijving van de huid. In de sport zal je dus bij wandelaars of lange afstandlopers heel wat blaren op de voeten te behandelen krijgen. In de turnsport en bij racketsporten zal je vooral met blaren op de handpalmen te maken krijgen.

Eerste hulp bij een blaar
Het doel van de eerste hulp bij een blaar is 3-voudig;

1. Beperken van het infectierisico
2. Verminderen van pijn en ongemak
3. Versnellen van het genezingsproces.

Een blaar is een kleine wond die je als eerstehulpverlener in principe volledig zelf kan verzorgen.
We maken een onderscheid in soorten blaren tussen:

GESLOTEN BLAAR
blaar

Gewoon zo laten of afplakken met een tweedehuidspleister wanneer ze niet hindert om onnodig gevaar op infectie te voorkomen.

Wanneer ze wel hindert bij het sporten, handelen als volgt:

Ontsmet de blaar met een niet prikkelend, niet of slechts licht kleurend ontsmettingsmiddel en laat de huid gedurende een 15-tal seconden drogen (niet blazen).

blaar
Prik met een ontsmette of steriele naald in de basis van de blaar op verschillende plaatsen; houd hierbij de naald evenwijdig met de huid.
blaar

Duw met een steriel kompres het vocht uit de blaar.

blaar

Ontsmet opnieuw met een ontsmettingsmiddel.

blaar

Leg een steriel, drukkend verband aan of dek af met een tweedehuidpleister.

OPEN BLAAR

blaar

Ontsmet de wond en de omgeving van de blaar.
Knip de loshangende huiddeeltjes weg met een steriele schaar.

blaar

Ontsmet de wond met een ontsmettingsmiddel.

Knip de huiddeeltjes weg

Dek af met een steriel dekverband